Spek, spekvet, reuzel, olie, eet vet en uw kont en boezem zullen rijzen! Ik heb een paar leuke boeken geleend waar in van alles over de geschiedenis van de Hoeksche Waard staat. Vandaag heb ik een boek van ‘Junior Kamer Hoeksche Waard’ in mijn handen.
Dikke vrouwen waren een teken van gezondheid in de Hoeksche Waard in de eerste helft van de twintigste eeuw. Die magere scharminkels uit de stad, “stee-apen” die aten schraal, dat kon nooit gezond zijn.
Als je niet veel verdiende was het geen vetpot. Al het vet en vlees werd met zout ingemaakt omdat er verder geen middelen waren om voedsel te conserveren. In de Hoeksche Waard wordt nog steeds graag vet gegeten lees ik.Ik zie het helemaal voor me, druipend van het vet komt er een stuk vlees uit de pan waar nog zo’n dikke vaalwitte rand omheen zit, drillend op je bord. Brrr! En smullen maar.
Op brôôd werd geen butter gedaan want dat was ‘wagensmeer’. Reuzel of spekvet, dat was goed voor op brood. Vlees werd in het spek van een varken gebraden. Hoe dik waren de dames toen? Er werd hard gewerkt in die tijd, het moet er toch ook weer snel af zijn gevlogen? Geen centrale verwarming, tien kinderen aan de rokken waar voor gewassen en gezorgd moest worden.
Op vrijdag werd het brood voor de hele week gebakken, dat was vrouwenwerk. Vaak werd het gebakken in een apart bakhuisje wat bij veel huizen op de ‘wurf’ stond. Het brood werd niet op een plank gesneden maar rechtop voor de borst. Dat vind ik wel stoer klinken, zo’n dikke moeke met een grote voorgevel die met een mes het brood snijdt tegen haar borst. Maak daar maar eens ruzie mee!
Er heerste een zekere eerbied voor brood, het werd niet verspild. De stikkezak, dat was de broodzak waar de stikken(sneden)in gingen. Als de mannen op het land hun stikkezak aanspraken zouden ze altijd eerst bidden met de pet voor de ogen.De mannen namen de zak mee naar hun werk, meestal gevuld met 16 tot 20 sneden brood. Er werd hard gewerkt in die tijd en vijf keer per dag gegeten.De werkdagen begonnen al om vijf uur ‘s ochtends, aan het eind van de dag was de zak leeg en werd thuis rond zes uur de warme maaltijd genuttigd.Als ik lees dat er rond acht uur ‘s avonds vaak ook nog pap gegeten werd hoef ik even geen ontbijt meer!
Net als ik me afvraag waarom men het vaak over de ‘goede oude tijd’ heeft lees ik de laatste zinnen van het hoofdstuk:
Wie er nog weet van heeft, of wie zich er in heeft verdiept, hoe er vroeger is geleefd, gezwoegd en getobt, zal wel moeten erkennen dat er enorm veel verbeterd is. De herinnering aan hoe het was mag nooit ontaarden in een hunkering naar die zogenaamde ‘goeie ouwe tijd’.
Column van Mary Romijn – (bron: Hoeksche Waard… een promotie waard! )
Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.